Terreinreglement GMVC

10-10-2020_Definitief

Artikel A – Begripsbepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
a) Modelvliegterrein: Het vliegterrein van de GMVC aan de Hoogeveenseweg 91,
2742 WK, Waddinxveen.
b) Vereniging: De GMVC.
c) Het bestuur: Het bestuur van de GMVC zoals bedoeld in de statuten.
d) Gebruiker: Het lid van de GMVC of de gastvlieger die op het modelvliegterrein
de modelvliegsport beoefent, waaronder begrepen naast vliegactiviteiten ook alle
werkzaamheden aan de modellen.
e) Proeftijd-leden: Zij die zich hebben aangemeld om lid te worden van de GMVC
en als zodanig ook zijn aangenomen door het bestuur als toekomstig lid van de
Vereniging.
f) Toezichthouders: Die leden van de GMVC, die belast zijn met het toezicht op de
naleving van de in dit reglement gestelde bepalingen.
In beginsel zijn álle leden verantwoordelijk voor een goede naleving hiervan. Bij
aanwezigheid van bestuursleden en/of leden van de Commissie Veiligheid &
Instructie op het veld, beslissen zij in voorkomende gevallen over actuele
veiligheidsissues.
g) Gastvlieger: Iedereen die geen lid is van de GMVC, maar als gast én met
aantoonbare toestemming van een bestuurslid op het modelvliegterrein de
modelvliegsport beoefent, waaronder begrepen naast vliegactiviteiten ook alle
werkzaamheden aan de modellen.
h) Helper: De persoon die de gebruiker assisteert bij zijn/haar activiteiten op het
modelvliegveld en tevens anderen die betrokken zijn bij de uitvoering van de
vlucht die door de gebruiker wordt uitgevoerd.
i) Toeschouwer: Iedereen die geen lid is van de vereniging en aanwezig is op de
locatie van de GMVC.
j) Instructeur: Hij/zij die van het bestuur en/of de trekker van de Commissie
Veiligheid & Instructie van de GMVC, de expliciete toestemming heeft om
vlieglessen te geven.
k) Waarnemer: Alle aanwezige leden zijn sámen verantwoordelijk voor de naleving
van het terreinreglement.
Bij afwezigheid van bestuursleden en/of leden van de Commissie Veiligheid &
Instructie op het veld, wordt door de aanwezige vliegers een waarnemer
aangesteld. Deze persoon is lid van de GMVC en is tenminste 18 jaar oud.
Hij/zij ziet tijdelijk toe op de juiste naleving van het terreinreglement.

Artikel B – Algemene en bijzondere gebruiksvoorschriften
Algemeen

  1. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.
  2. Er mag uitsluitend gevlogen worden tijdens de in de AIP Luchtvaartgids
    Nederland genoemde uniforme daglichtperiode voor VFR-vluchten. Dit geldt van
    zonsopgang tot 15 minuten ná zonsondergang.
  3. Vóór het vliegen wordt de signaalvlag gehesen. Na de laatste vlucht wordt de
    signaalvlag door de laatste vlieger gestreken.
  4. Het terrein mag uitsluitend worden gebruikt voor de beoefening van de
    modelvliegsport. Dit met in achtneming van de geldende Nederlandse wetgeving
    voor modelvliegen.
  5. Vervoermiddelen van zowel gebruikers als toeschouwers, worden op de daartoe
    aangewezen plaatsen geparkeerd. De toezichthouder of waarnemer mag
    aanwijzingen geven om bepaalde plaatsen vrij te houden c.q. vrij te maken als de
    veiligheid of de doorgang van de vliegactiviteiten dit naar zijn/haar oordeel
    noodzakelijk maakt.
  6. De veroorzaker van schade aan eigendommen van de GMVC, zal daarvoor
    persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. Of deze schade het gevolg is van nietverwijtbare schuld of nalatigheid maakt daarbij niet uit.
  7. Toeschouwers en hun kinderen mogen alleen onder begeleiding van een lid op
    het vliegveld komen.
  8. Honden moeten altijd aangelijnd zijn op de hele GMVC-locatie en mogen niet op
    het vliegveld of in het clubhuis komen.
  9. Consumpties worden niet meegenomen en/of genuttigd achter de hekken in de
    pits of op het vliegveld.
  10. Resten van defect geraakte modellen of materiaal daarvan mogen niet op de
    locatie van de GMVC (bijvoorbeeld in de containers/prullenbakken/hangaar)
    worden achtergelaten, maar worden meegenomen naar huis en daar afgevoerd.
  11. Bijzonderheden t.a.v. vliegtijden en type aandrijving:
    a. Van slechts drie modellen mogen -in de lucht of op de grond- de
    verbrandingsmotoren tegelijkertijd lopen.
    b. Op zondagen mogen modellen met verbrandingsmotor pas vanaf 12.00 uur
    worden gevlogen.
  12. Tijdens brevetvluchten wordt het luchtruim door de overige aanwezige vliegers
    vrijgehouden.
  13. In onderling overleg met de andere aanwezige vliegers, kan een vlieger die een
    training, test of eerste vlucht van een model uitvoert, dit alleen doen. De overige
    vliegers houden dan het luchtruim vrij.
    Ook voor het maken van een groeps- of formatievlucht kan in overleg met andere
    aanwezige vliegers het luchtruim vrij worden gehouden, tijdens de vlucht van
    deze groep of formatie.
    Artikel C – Voorschriften ten aanzien van de gebruikers
  14. Iedereen moet de regels uit dit terreinreglement kennen en zich hieraan houden.
  15. Iedereen gedraagt zich naar de algemeen geldende normen en waarden, gaat
    respectvol om met anderen en gaat zorgvuldig om met alle zaken van anderen
    en de vereniging. Je gedraagt je als een ‘goed huisvader’. Zowel op het veld, in
    het clubgebouw als in de Hangaar.
  16. Iedere gebruiker moet in het bezit zijn van een RFID-pas van de GMVC.
  17. Bij aankomst op de GMVC-locatie meldt iedereen zich direct in het elektronisch
    logboek aan. Ook als er door een gebruiker niet gevlogen wordt.
  18. Iedere gebruiker dient op verzoek zijn/haar modelvliegbrevet te kunnen tonen.
    Het brevet moet geldig zijn voor de categorie waarin het model valt waarmee
    gevlogen gaat worden.
  19. Gebruikers die geen modelvliegbrevet kunnen tonen, dat geldig is voor de
    categorie waarin het model valt waarmee gevlogen gaat worden, mogen
    uitsluitend vliegen onder direct toezicht van een instructeur voor de betreffende
    categorie.De GMVC kent de volgende brevet-klassen:
    • (Electro) zweef brevet
    • Motor brevet-A*
    • Multicopter brevet**
    • Helikopter brevet**
    • Jet brevet***
    *Met een Motor-A brevet mag ook een (electro)zwever gevlogen worden.
    **Met een Helikopter brevet mag je ook een Multicopter vliegen.
    Andersom mag dat niet.
    ***Het Jet brevet kan alleen worden behaald indien men in bezit is van het
    Motor-A brevet.
  20. Gastvliegers kunnen -bij uitzondering- van het modelvliegterrein gebruik maken.
    Naast alle regels die voor leden gelden, moeten zij daarnaast ook aan de
    volgende voorwaarden voldoen:
    a) Introductie door een lid van de GMVC, die dit tijdig via WhatsApp of per e-mail
    meldt bij één van de bestuursleden van de GMVC.
    b) Bewijs van toestemming van het bestuur kunnen tonen, op papier of telefoon.
    c) Vóór het vliegen een verzekeringsverklaring te tekenen en/of een
    verzekeringsbewijs te overleggen, die gevolgschade van modelvliegen dekt.
    d) Een geldig modelvliegbrevet te kunnen tonen, voor de categorie waarin het
    model valt waarmee gevlogen gaat worden.
    e) Een luchtwaardig modelvliegtuig en naar behoren functionerende radio
    apparatuur gebruiken. De aanwezige toezichthouder of waarnemer beslist
    hierover.
  21. Gastvliegers mogen alléén met schriftelijke toestemming van het bestuur, vaker
    dan driemaal per jaar gebruik maken van het modelvliegterrein van de GMVC.
    10.Voor Proeftijd-leden is aanvullend bepaald:
    a) Deze mogen slechts vliegen als er minimaal 1 lid aanwezig is.
    b) Indien het proeftijd-lid nog niet in het bezit is van een geldig brevet, dan mag
    er alleen worden gevlogen naast een instructeur.
    11.Het modelvliegen of werken aan modellen is verboden na inname van
    bewustzijn-beïnvloedende middelen, zoals bijvoorbeeld bepaalde medicijnen,
    alcohol en/of drugs.
    Artikel D – Voorschriften ten aanzien van modelvliegtuigen
  22. Op het modelvliegterrein mag uitsluitend worden gevlogen met vliegwaardige
    modellen die voldoen aan de geldende geluids- en gewichtsnormen.
  23. Alle modellen mogen niet meer geluid produceren dan 89 dBA op 3 meter
    afstand. Dit wordt als volgt gemeten:
    a) Bij modellen met een verbrandingsmotor wordt dit gemeten aan de
    uitlaatzijde in lijn met het propellervlak, met het model maximaal één meter
    boven de grond.
    b) Bij modellen met een electromotor wordt dit gemeten in lijn met het
    propellervlak, met het model maximaal één meter boven de grond.
    c) Bij modellen met een turbinemotor, wordt dit gemeten haaks op de uitlaat of
    straalpijp, met het model maximaal één meter boven de grond.
  24. Bestuursleden of leden van de Commissie Veiligheid & Instructie kunnen bij
    gerede twijfel aan het voldoen aan de veiligheids- en/of geluidsnormen van een
    model, het betreffende model inspecteren. Pas na hun goedkeuring kan dit model
    gevlogen worden.
    Artikel E – Voorschriften ten aanzien van de gebruikte zenders en frequenties
  25. Zenders moeten aan de wettelijke eisen voldoen.
  26. Er mag uitsluitend gebruik gemaakt worden van de wettelijk toegestane
    frequenties. Het gebruik van de 2,4 GHz-band voor zenders, heeft hierbij de
    voorkeur.
  27. Gebruikers die niet met 2,4 GHz-zenders hun modellen besturen hanteren de
    regels zoals die voor alle andere gebruikte frequenties verplicht zijn:
    a) Vóór hun vlucht halen zij een frequentieplaatje bij het frequentiebord. Zij
    schakelen hun zender pas in, wanneer ze dit plaatje zichtbaar aan- of bij hun
    zender in bezit hebben. Pas daarna mag de antenne worden uitgeschoven.
    b) Ná de vlucht schuift men de antenne in, zet de zender uit en levert het
    frequentieplaatje weer in bij het frequentiebord.
    Artikel F – Voorschriften ten aanzien van het verloop van de vliegactiviteiten
  28. Iedere gebruiker is verplicht om zich vóór aankomst op het modelvliegterrein
    op de hoogte te stellen van de actuele gang van zaken met betrekking tot
    hun aanwezigheid en het modelvliegen op de GMVC-locatie. Speciale
    richtlijnen worden per mail/app gestuurd aan alle leden en zijn bovendien
    aangebracht in de nabijheid van het electronisch logboek.
  29. Iedere gebruiker is verplicht bij alle activiteiten de veiligheid van iedereen in de
    omgeving te waarborgen.
  30. Gebruikers van brandstof-modellen moeten er bij het tanken van het model voor
    zorgen dat geen brandstof op het terrein wordt gemorst.
  31. Het starten en landen van de modelvliegtuigen wordt altijd tegen de heersende
    windrichting in gedaan.
  32. Alle actieve vliegers moeten zich binnen de aangegeven kaders van de Piloten
    plaats bevinden.
  33. Het is verboden om boven mensen of de opstallen van de GMVC te vliegen.
  34. Er mag nooit verder gevlogen worden in Noordelijke richting, dan het voetpad
    c.q. hoge bomenrij richting de Hoogeveenseweg. Er wordt altijd, in overleg met
    elkaar, in eenzelfde circuit richting.gevlogen.
  35. Het starten van een modelvliegtuig wordt aangekondigd met een luid geroepen
    “start”, nádat van de al vliegende gebruikers toestemming is verkregen om te
    starten.
  36. Het landen van een modelvliegtuig wordt aangekondigd met een luid geroepen
    “landing”. Een landing gaat vóór op de overige start- of vliegbewegingen.
  37. Het uitvoeren van bijzondere figuren, zoals laag over het modelvliegterrein
    vliegen, wordt aangekondigd met een luid geroepen “laag over” met vermelden
    van richting waarin deze figuur wordt uitgevoerd, nádat van de al vliegende of
    startende/landende gebruikers toestemming is verkregen.
  38. Wanneer zich een storing voordoet aan een vliegend model, wordt dit kenbaar
    gemaakt aan de overige vliegers met een luid geroepen “storing”. De anderen
    kunnen dan de nodige ruimte geven, voorzichtigheid in acht nemen en/of zo
    nodig én gewenst hun hulp bieden.
  39. Iedere opzettelijke handeling van een gebruiker die een normaal en veilig
    vluchtverloop van het eigen model of dat van een medegebruiker in gevaar
    brengt, is in strijd met veilig modelvliegen en kan tot schorsing door het bestuur
    leiden.
  40. Bij onenigheid of meningsverschillen t.a.v. de veiligheid van het vliegverkeer,
    gelden de aanwijzingen en inzichten van de aanwezige toezichthouder of
    vervanger daarvan. Dergelijke incidenten worden per mail gemeld via
    veiligheid@gmvc.nl
  41. In de pits worden (brandstof) modellen nooit richting het publiek gestart.
  42. Taxiën van modellen mag alleen op het veld zelf en nooit in de pits.
  43. In de Hangaar mogen geen modellen proefdraaien. Electrische modellen mogen
    alleen worden aangesloten met afgenomen propellor.
  44. Gebruikers die niet zelf vliegen en/of bezig zijn met hun vliegtuig, storen de
    vliegers bij de pilotenplaats op geen enkele wijze.
  45. Bij schade aan derden, aangericht met of door een modelvliegtuig, zorgen
    betrokkenen zelf voor een ordentelijke afwikkeling daarvan.
    Incidenten worden per mail gemeld via veiligheid@gmvc.nl
    Zo nauwkeurig als mogelijk wordt in een melding beschreven wat er is gebeurd,
    wie betrokkene(n) was/waren en wie getuige(n) was/waren.
    Het bestuur en/of de GMVC kan nooit aansprakelijk gesteld worden.
  46. Je mag niet gaan modelvliegen, wanneer er werkzaamheden op het vliegveld zelf
    of binnen het vlieggebied worden uitgevoerd.