Terreinreglement

Het Terreinreglement is opgesteld door het bestuur van de vereniging en heeft juridische rechtsgeldigheid. Dit reglement geeft met name regels die specifiek zijn voor het betreffende veld. Ook de voorwaarden uit de milieuvergunning van de gemeente zijn er in verwerkt. Lees uiteraard ook dit document eens door! Hierin lees je onder andere:

  • Je mag op ons veld vliegen van maandag t/m zaterdag tussen 9:00 en 21:00 en op zondag tussen 12:00 en 21:00. Dit geldt voor modellen met een verbrandingsmotor. Met zweefmodellen en elektrisch aangedreven modellen mag je van maandag t/m zaterdag vliegen vanaf zonsopkomst tot zonsondergang en op zondag vanaf 10:00. Vliegen in schemering mag zolang het model goed zichtbaar blijft.
  • Aspirant-leden die nog geen brevet hebben, mogen alleen vliegen onder begeleiding van een instructeur uit het veiligheidsteam. Aspirant-leden die al wel een brevet hebben, mogen alleen vliegen als er ten minste één volwassen persoon aanwezig is die al langer lid van de GMVC is (dus geen ander aspirant-lid).
  • Als er brevetexamens worden afgenomen mogen anderen dan de examenkandidaat niet vliegen. Ook als er wedstrijden worden gehouden of als er speciale evenementen zijn, mogen leden die hier niet aan deelnemen niet vliegen. Het bestuur kondigt wedstrijden en evenementen aan via de agenda en via een nieuwsbrief per e-mail. Verder mag je niet vliegen tijdens het maaien.
  • Je moet je bij aankomst inschrijven in het logboek dat aan het frequentiebord is bevestigd (noteer: datum en tijd, naam, brevet ja/nee, frequentie/kanaal en de klasse(n) model(len) waarmee je komt vliegen).
  • Als je geen zender op de 2,4 GHz-band hebt, moet je het plaatje met je kanaalnummer aan je zender hangen. Zodra je de zender uit zet, moet je het plaatje weer terugplaatsen op het frequentiebord. Je mag je zender zonder plaatje absoluut niet aan zetten!


    • Frequentiebord met bovenaan het logboek

  • Je moet voorkomen dat je brandstof op het veld morst, bijvoorbeeld door bij het tanken en starten een ondiepe bak onder de motor te zetten. Of door bij het tanken een overloop terug naar de brandstofvoorraad te leiden.
  • Van maximaal 3 modellen tegelijk, in de lucht of op de grond, mogen de verbrandingsmotoren lopen. Dit geldt ook voor jets.
  • Je model mag maximaal 89 dBA aan geluid mag produceren, gemeten op 3 meter afstand (zie het reglement voor details over de wijze van meten). De vereniging beschikt over een geluidsmeter.
  • Het bestuur of de vluchtleider mag je een vliegverbod opleggen als je model te luidruchtig is of niet voldoende luchtwaardig is. Of als je onverantwoordelijk vliegt.
  • Als er in een aangrenzend perceel gewerkt wordt, mag er in principe niet gevlogen worden. Afhankelijk van de situatie kan de vluchtleider besluiten dat er slechts in een deel van het luchtruim gevlogen mag worden.
  • Je moet tegen de wind in starten en landen. Buiten de grenzen van het vliegveld mag je niet lager dan 25 meter vliegen.
  • Tijdens je vlucht moet je ten zuiden van de noordelijke rand van het terrein blijven. Je mag in elk geval nooit boven de Hoogeveenseweg vliegen. Bij een ongunstige windrichting is het wel toegestaan om voor het starten of landen over het gebied tussen het vliegveld en de Hoogeveense weg te vliegen.


    • 1 = vliegveld, 2 = alleen starten en landen, 3 = verboden gebied

  • Tijdens het vliegen moet je bij de andere vliegers in de 'pits' staan. Spreek met elkaar af welk circuit er wordt gevlogen.
    Alvorens te starten vraag je "kan ik starten?"
    Als je laag over wilt vliegen vraag je "kan ik laag overvliegen?"
    Als je wilt gaat landen zeg je "ik ga landen".
    Als je problemen hebt roep je "storing!"
    Als je na je landing het veld op wilt zeg je "man op het veld".
  • Als je niet vliegt, mag je niet in de pits staan.


    • De pits

  • Als je als eerste op de dag gaat vliegen moet je de rode vlag bij de pits hijsen. Als je als laatste op de dag gevlogen hebt, moet je de rode vlag strijken. Aan de rode vlag kunnen wandelaars en fietsers zien dat ze geen toegang hebben tot het pad langs het veld en het clubhuis.
  • Het afstellen van een helikopter, het leren hoveren met een helikopter of het inlopen van een motor moet je doen op het daarvoor bestemde aparte veldje.
  • Het zogenaamde 3D-vliegen met een helikopter wordt - hoe spectaculair ook - door de meeste leden niet op prijs gesteld. Wil je dit facet van de modelvliegsport intensief beoefenen, dan kun je beter naar een vereniging gaan die daarin meer gespecialiseerd is.
  • FPV-racen met drones op het hoofdveld is toegestaan als het overige vliegverkeer is stilgelegd (eventueel met uitzondering van hoog vliegende zweeftoestellen, dit in overleg). Elke FPV-piloot moet zich laten bijstaan door een observator.
  • Introducees mogen alleen met schriftelijke (e-mail) toestemming van het bestuur vliegen en dit niet vaker dan 3x per jaar.