Atom Special Autogyro van Fred Mook

Het vliegtuig

Het model is een zg. autogyro. Dat houdt in dat de lift wordt geleverd door een rotor die door de voorwaartse beweging vanzelf gaat draaien. Daardoor is er geen koppel en dus ook geen staartrotor nodig. Wel is er een staart met twee parallelle richtingroeren om bochten te kunnen vliegen.

Specificaties van het model

Ontwerp
  • najaarsnummer van RCM&E uit 2014. De bouwtekening en het artikel zijn nog online verkrijgbaar. Op het forum van RCM&E zijn veel bouwtips te vinden.
  • rotorbladen in vorm geschuurd met een schuurmal en daarna gebalanceerd
  • rotorbladen bevestigd aan een kunststof plaat die is opgesloten tussen twee driehoekige PVC-stukken op een standaard klembus/spinnermoer
  • rotorlager gebaseerd op het binnenwerk van een defecte outrunner
  • kantelmechaniek via frezen en draaien gemaakt uit aluminium en nylon
Afmetingen rotordiameter 0,95 m
Gewicht 0,68 kg (totaal vlieggewicht)
Aandrijving
  • Turnigy Aerodrive SK3-2826-980kv (max. vermogen = 96 W; KV = 980) met propeller 10x6"E
  • Dymond Smart 18 A brushless motorregelaar met 5 V/2 A BEC
  • 1200 mAh 3S LiPo
  • bij vol 'gas' is de stroomopname ca. 13 A. Dit geeft een vliegtijd van minimaal ca. 5 min.
Besturing
  • servo's: 1x Graupner C 261 voor de richtingroeren en 2x Corona CS-929MG voor het kantelen van de rotor. De rotorservo's worden aangestuurd via een V-mixerprogramma op de zender (gelijke beweging = voorwaarts/achterwaarts kantelen = hoogteroer; tegengestelde beweging = zijwaarts kantelen = rolroer).
  • voeding via de BEC van de motorregelaar
Overige details Het model reageert erg direct op de kantelbewegingen van de rotor. Deze bewegingen moeten daarom klein zijn.
Naast het balanceren van de rotorbladen, is ook belangrijk dat de rotorbladen allemaal met eenzelfde weerstand op de bevestigingsplaat kunnen scharnieren.
Vlieggedrag Zowel voor vaste-vleugelvliegers als voor helivliegers is het even wennen om met de autogyro te vliegen. Het best kun je het model als een vliegtuig beschouwen.
Bij de start trek je het model los van het veld door de rotor kort een beetje achterover te kantelen. Het is echter cruciaal om eerst voldoende voorwaartse snelheid, en daarmee rotorsnelheid, op te bouwen. Om de rotor draaiend te houden moet je de gang erin houden.
Bochten vliegen vergt - net als bij een modelheli - een goed samenspel tussen het kort een beetje zijwaarts kantelen van de rotor en het verder sturen met het richtingroer. Vaste-vleugelvliegers die gewend zijn om bochten voornamelijk met de rolroeren te maken, zullen dit lastig vinden. Verder kunnen vaste-vleugelvliegers moeite hebben om de vliegoriëntatie te volgen.
Bij de landing moeten helivliegers zich realiseren dat een autogyro niet kan hoveren en dat de 'gas'-stick geen collectieve pitch bedient. De autogyro moet dus, net als een vliegtuig, in een voorwaartse beweging landen.

Leuk om te vermelden

-