Spanning

De celspanning van een NiMH-cel is gemiddeld (nominaal) 1,2 V en in volgeladen toestand ongeveer 1,4 V. Bij het ontladen mag de celspanning niet veel lager worden dan 1,0 V, anders kan de cel stuk gaan (als deze deel uitmaakt van een pakket in serie geschakelde cellen). Ervan uitgaand dat je de accu voor de ontvanger en de servo's gebruikt, moet je stoppen met vliegen als de celspanning is afgenomen tot ongeveer 1,17 V (4,7 V voor een pakket van 4 cellen).

Stroom

NiMH-accu's zijn bedoeld voor stromen tot ongeveer 1C.

Laden

De laadstroom van een NiMH-accu is normaal 0,1C. Er zijn typen die je sneller kunt laden.

Voor het laden moet de acculader de laadstroom en de 'delta-piekspanning' weten. De laadstroom moet je altijd zelf instellen. Pas op dat je daar geen fout mee maakt (0,1C is veilig).

Voor de delta-piekspanning gebruikt de lader een gemiddelde veilige waarde, tenzij je deze instelling zelf verandert.

Bewaren

NiMH-accu's hebben enige zelfontlading. Laad daarom je ontvangeraccu (en zenderaccu) altijd op in het etmaal voordat je gaat vliegen. Laad NiMH-accu's die je lange tijd niet gebruikt, eens per kwartaal weer op.