LiPo-accu's

LiPo-accu's zijn uitermate geschikt voor de aandrijving van modelvliegtuigen en modelhelikopters.

Spanning

De celspanning van een LiPo-cel is gemiddeld (nominaal) 3,7 V en in volgeladen toestand 4,2 V. Bij het ontladen mag de celspanning niet lager worden dan 3,0 V, anders gaat de cel stuk. Afhankelijk van de stroom die de aandrijving trekt, moet je stoppen met vliegen als de celspanning is afgenomen tot een waarde tussen 3,6 V (lage stroom) en 3,2 V (hoge stroom).

Door meerdere cellen in serie te schakelen, krijg je accupakketten met een nominale spanning van 7,4 V, 11,1 V, 14,8 V, 18,5 V, 22,2 V etc. Dit wordt aangegeven met "2S", "3S", "4S", "5S", "6S" etc. ("S" staat voor serieschakeling).

Stroom

De stroom die een LiPo-accu continu maximaal kan leveren, wordt uitgedrukt in het aantal keer het capaciteitsgetal, aangeduid met "C".

Voorbeeld: een LiPo-accu van 3200 mAH (3,2 Ah) en 30C kan continu maximaal 3,2 x 30 = 96 A leveren.

Soms is er ook een 'burst'-stroom gespecificeerd. Dat is de maximale piekstroom die de accu gedurende enkele seconden mag leveren. Als je een LiPo-accu regelmatig tegen zijn maximale specificaties belast, slijt de accu snel en is de levensduur misschien maar 100 cycli laden/ontladen. Houd je de belasting binnen de perken, dan kan een LiPo-accu wel 400 cycli meegaan voordat de prestaties onvoldoende worden.

Je kunt de maximale stroom (en de capaciteit) verdubbelen door 2 accu's parallel te schakelen. Dit wordt aangeduid met "2P". Ga je dit zelf doen, doe het dan met 2 exact dezelfde, liefst nieuwe accu's. Zorg eerst dat de cellen dezelfde spanning hebben. Maak pas daarna de parallelschakeling, waarbij je ook de balanceeraansluitingen parallel schakelt. Doe je het niet op deze manier, dan bestaat de kans dat de ene accu de andere met een veel te hoge stroom gaat opladen. De accu's kunnen daardoor stuk gaan en er kan brand ontstaan.

Warm worden en opbollen

Door de interne weerstand wordt een LiPo-accu tijdens het ontladen warm. Dit leidt tot gasvorming waardoor de accu enigszins opbolt. Zolang de bolling na afkoelen weer verdwijnt, is er niets aan de hand. Blijvende bolling duidt echter op schade. Daarmee is de accu niet meteen onbruikbaar, maar het is dan wel zaak om de afzonderlijke celspanningen en de capaciteit in de gaten te houden.

Direct na een vlucht mag een LiPo-accu niet veel warmer zijn dan ongeveer 40 °C (handwarm). Sommige modelvliegers gebruiken een infraroodthermometer om dat nauwkeurig te controleren.

Laat een LiPo-accu na de vlucht even afkoelen, alvorens deze weer te laden.

Laden

De maximale laadstroom wordt ook in "C" uitgedrukt en is meestal 1 tot 2C.

Voorbeeld: een LiPo-accu van 3200 mAh (3,2 Ah) wordt geladen met 1C. De laadstroom is dan 3,2 x 1 = 3,2 A.
Als de restcapaciteit nog 700 mAh was, moet er 3200 - 700 = 2500 mAh geladen worden. Dat gaat in theorie 2,5 / 3,2  = 0,78 uur (47 minuten) duren. In praktijk duurt het wat langer omdat de acculader het laden zo nu en dan onderbreekt voor het balanceren van de cellen.

Veilig en goed laden van een LiPo-accu kan alleen met een daarvoor bestemde lader. Zo'n lader heeft, naast de aansluiting voor de plus en de min, ook een aansluiting voor de balanceerconnector van de LiPo-accu.

Voor het laden moet de acculader weten hoeveel cellen de accu heeft en wat de laadstroom moet zijn. Veel laders detecteren zelf het aantal cellen aan de hand van de spanning van de accu. De laadstroom moet je altijd zelf instellen. Pas op dat je daar geen fout mee maakt! (1C is altijd veilig)

Het laadprogramma voor een LiPo-accu laadt eerst met een constante stroom. Het laden wordt telkens voor balanceren onderbroken als de celspanningen teveel van elkaar gaan verschillen. Tegen het eind (als de accuspanning boven een bepaalde waarde is gekomen), gaat de lader over op laden per cel met een constante spanning van 4,2 V. Daarbij wordt de laadstroom steeds minder. De lader stopt met laden als de laadstromen van de cellen vrijwel nul zijn geworden (ofwel als de celspanningen gelijk zijn aan de laadspanning). Dit laatste traject kost relatief veel tijd, terwijl de accu al bijna vol is. Er zijn laders met een 'fast charge'-programma waarbij het laden na het eerste traject stopt. De accu is dan welliswaar niet helemaal vol, maar is dan sneller beschikbaar voor de volgende vlucht.

Bewaren

LiPo-accu's hebben weinig zelfontlading. Laad je een accu vandaag op, dan is die accu over een aantal weken nog steeds vrijwel vol. Het is alleen niet goed voor de levensduur van een LiPo-accu om deze volgeladen (of ontladen) te bewaren. Daarom kun je de laatste vlucht op een vliegdag het best halverwege afbreken of de accu na de laatste vlucht slechts voor de helft opladen (tot 3,82 V per cel). Veel acculaders hebben daarvoor een speciaal 'storage'-programma. Op de volgende vliegdag laad je de accu verder vol.

Brandgevaar

LiPo-accu's zijn fantastische accu's zolang je ze goed behandelt. Echter bij beschadiging, kortsluiting of overladen kunnen ze heftig gaan branden.

Laad LiPo-accu's in een speciale brandbestendige LiPo-zak of onder een stenen bloempot op een onbrandbare ondergrond, liefst in een schuur. Blijf in de buurt.

Ontlaad een kapotte LiPo-accu volledig, voordat je deze bij het afval doet. Om alle cellen volledig te ontladen, kun je de accu het best een aantal dagen in een bak met zout water leggen.